Meer lezen?

Twaalf Trendrapporten

  • Geschreven door Bart De Waele op woensdag 2 januari 2019 in de categorie archief met de tags .

trendrapport

Al twaalf jaar doe ik, samen met een aantal experts, een gooi naar de digitale trends voor het volgende jaar. Traditiegetrouw publiceren we iedere keer op 31/12.

Dit jaar vind je het Trendrapport 2019 'Belgians Abroad' hier.

Maar om het archief volledig te houden, hier nog eens alle vorige edities:

Veel leesplezier.

Ongeschreven regels

De laatste tijd denk ik vaak na over bedrijfscultuur, en de impact van kantoorruimte daarop. (Zal waarschijnlijk wel te maken hebben met ons nieuwe kantoor…) Ik ben er van overtuigd dat samen werken - fysiek samen werken, in dezelfde ruimte, een duidelijke invloed heeft op de kwaliteit van het werk.

In die zin ben ik niet overtuigd van de huidige hype rond thuiswerken en gedistribueerde teams. Voor mij is het opbouwen van een duidelijke bedrijfscultuur zeer belangrijk; en dat gebeurt volgens mij enkel als je ook fysiek samen werkt.

Door tijd samen door te brengen, ontstaan er kleine gewoontes, rituelen, afspraken - meestal onbewust en impliciet. Deze kleine quirks zijn o zo belangrijk. Ze beïnvloeden hoe zaken tot stand komen.

Een paar voorbeelden uit de Netlash praktijk.

We gebruiken geen "onder-de-mat-veeg-woorden" als gewoon. Het zijn woorden die in een opgebouwde redenering vaak een gedachtensprong betekenen - waarbij iets gemakshalve over het hoofd gezien wordt.Als iemand 'gewoon' gebruikt, dan is het meestal om iets te minimaliseren of 'onder de mat te vegen'. Genre: "dat is gewoon een kopietje opzetten". Meestal is het dan juist niét dat.Het staat nergens in een arbeidsreglement; het is een gewoonte die door de tijd aangekweekt werd. Van zodra een medewerker zo'n woord gebruikt, dan reageren we daar op, en laten we dat niet passeren.

Nog zo'n regel: de twintig minuten regel. Als je iets niet weet, dan zoek je daar zelf twintig minuten op. Niet meer, maar ook niet minder.Dit zorgt er voor dat je de collega's niet voor het minste lastig valt, en toch minstens je best doet om zelf een oplossing te zoeken. Maar tegelijkertijd weten we dat, als we het na twintig minuten niet vinden, we het ook na een uur niet zullen vinden. Na twintig minuten vraag je het dan inderdaad aan je collega's.Vreemd genoeg is het dan meestal zo dat, terwijl je het probleem aan je collega uitlegt, het antwoord al in je begint te dagen.

Dat brengt me naar een andere ongeschreven regel: de rubberen eendjes. Elke programmeur heeft een rubberen eendje gekregen. Als hij dan met een probleem zit, dan moet hij dat eerst uitleggen aan het rubberen eendje.Door te proberen het probleem onder woorden te brengen, wordt vaak de oplossing al duidelijk.

En zo ontstaan er, door jaren samen te werken, tientallen kleine ongeschreven regeltjes die het werk beter en aangenamer maken. Die ongeschreven regeltjes zijn wat 'bedrijfscultuur' uitmaakt. Ze zijn onontbeerlijk.

Hebben jullie zo'n ongeschreven regeltjes? Welke zijn die?

Succes

Het zit vaak in de kleine dingen.

Soms is het verschil tussen obscuriteit en massaal succes enkel een woord.

Asynchrone javascript bestond als technologie al jaren. Het is pas toen in 2005 Jesse James Garett er de sexy naam 'ajax' op plakte, dat er een beweging op gang kwam en het succes ontstond.Wij mensen zijn gekke wezens. We hebben een woord, een naam nodig om de dingen te definiëren en te laten ontstaan. (De tekst "In het begin was het Woord, en het Woord was bij God, en God was het Woord" is geen toeval; creatie gebeurt door er een naam op te plakken.)

We maken dit nu opnieuw mee met de woorden 'cloud' en vooral 'html5'.

Soms is het verschil tussen Yet Another Service en massa-adoptie een klein interface element.

Toen Flickr op de markt kwam, waren er al heel veel foto-websites. We zijn het nu een beetje vergeten, maar dé killer feature waarin Flickr op dat moment het verschil maakte was de 'embed' functionaliteit. Nog vooraleer het razend populair werd met Youtube, liet Flickr toe dat zijn foto's op een makkelijke copy-paste manier op andere websites en blogs ge-embed werden. Dit zorgde voor een virale verspreiding van die dienst (gecombineerd met een hoop backlinks en dus Google-succes).

Hetzelfde kleine verschil bij Youtube. Ook toen waren er al verschillende videodiensten, die ook toelieten te embedden. Youtube was echter de eerste die op zijn video's een heel grote en duidelijke 'play'-knop zette. Deze call-to-action maakte het verschil, en zorgde er voor dat mensen het principe van online video uitprobeerden en ontdekten.

Die kleine dingen die het verschil maken, ontstaan niet zomaar.

Ik ontmoet vaak mensen met een 'super idee'. Die dat idee zo bedekt mogelijk willen houden, en eerst een NDA willen laten tekenen vooraleer ze erover willen praten.

Mijn visie daarop is:

succes = idee x hard werk x geluk

Een idee is op zich niets waard; er zijn andere factoren die mee het succes bepalen. Die andere factoren zijn multiplicatoren: als ze op 0 staan, is het eindresultaat ook nul. Een idee vraagt ook executie, uitvoering, om het tot succes te brengen.Bang zijn dat mensen je idee zullen stelen, getuigt m.i. van een grote arrogantie - je gaat er van uit dat iemand die een idee tot een succes kan maken, zelf geen ideeën heeft, en zit te wachten tot hij het idee vindt. In de praktijk is dat niet zo: dynamische mensen borrelen over van de ideeën, en hebben meestal meer dan voldoende eigen projecten om tot wasdom te brengen.

Sterker nog: door over je idee te praten maak je het sterker en beter. Iedere keer dat je erover vertelt, leg je de zwakke en sterke punten bloot, en stuur je bij. Je laat je idee 'kruisbestuiven' met andere ideeën, verbetert en verfijnt het. In die zin moet je elk gesprek over je idee zien als een oefening van je elevator pitch. Elk gesprek is een verkoopsgeprek.

De verfijningen van je idee (de 'play' knop, de embed-functie, de benaming ajax) komen tot jou door er met andere mensen over te praten. Creativiteit is géén goddelijke inspiratie, maar het leggen van verbanden - die blootgelegd worden in dialoog, in verbondenheid met anderen. 'Verbanden leggen' doe je door 'connectedness'.

Je hebt inderdaad een goed idee nodig; maar dat maak je tot een succes door te itereren, bij te sturen - en goed uit te voeren. (Er is bovendien een verschil tussen 'een idee hebben/iets goed kunnen' en 'daarrond een business uitbouwen'.) Da's vooral hard werk.

En ook een klein beetje geluk: op de juiste plaats op de juiste tijd met de juiste mensen. Een kleine portie geluk bevordert het succes. (Het is wel kwestie om de omstandigheden te creëren waarbinnen je dat geluk maximaal kan versterken.)

Dus, vertel eens: wat is jouw idee?

Offertes

  • Geschreven door Bart De Waele op zaterdag 15 mei 2010 in de categorie archief met de tags , .

Als ik de rekening van mijn bedrijven in de gaten hou, dan valt mij het volgende op: voor elke 100 euro die daarop binnenkomt (zelf verdiend, tot nader order geniet ik nog niet van staatssteun), schrijf ik elke maand minstens 50 euro daarvan weer over naar een rekening van een overheid.

Begrijp me niet verkeerd: ik heb helemaal niets tegen belastingen, of tegen overheid. Er zijn heel veel taken die we enkel geaggregeerd kunnen uitvoeren: wegen-infrastructuur, scholen, gezondheidszorg… Ik ben meer dan bereid daarvoor te betalen.

Zoals ik het zie heeft een bedrijf deze gemeenschappelijke inrichtingen ook nodig om te kunnen functioneren. Er moet een wegennet zijn om efficiënt transport van producten te regelen; er moet een performant onderwijs zijn om gekwalificeerde medewerkers af te leveren.

In die zin zie ik de overheden als een leverancier van een bedrijf: het bedrijf betaalt, de overheid levert diensten.

Maar het is ook een essentiëel onderdeel van bedrijfsvoering dat je je leveranciers optimaliseert. Je kijkt waar je focus op ligt (prijs, kwaliteit, service), en gaat dan op zoek naar dié leverancier die je de beste verhouding daartussen kan leveren.Er is uiteraard altijd een kost om te veranderen (zie bv. als je van mobiele telefonie-leverancier verandert). Maar op het moment dat bij je oude leverancier de prijs te hoog ligt, de kwaliteit te laag ligt, én de service ondermaats is - dan verander je.

Terug naar de bedragen hierboven. De helft van mijn bedrijfsinkomen die naar één leverancier gaat? Dan verwacht ik wel kwaliteit en service.

Ik heb het gevoel dat het hoog tijd wordt om eens wat offertes van concurrerende leveranciers op te vragen.

Trots

Er zijn zo van die momenten waarop ik trots ben op mijn medewerkers, als een papa op zijn kindjes wanneer dat hij beseft dat ze hem overvleugelen.

Dit weekend was er één van.

Op de verkiezing tot Miss Green Student kwam Joke (collega van Talking Heads) als overwinnaar uit de bus. Ze verdedigde daar de kleuren van Swishing, een organisatie van onder andere Karolien (collega van Netlash).

Op de foto zie je dat Joke nog wat moeite heeft om te geloven dat ze gewonnen is:

Je kan er meer over lezen op de site van het Nieuwsblad.

Waarom kinderen videogames moeten spelen

wonderboy

Ik geef het toe, ik ben bevooroordeeld. Ik ben zelf opgegroeid met de ZX Spectrum en de Commodore 64. Mijn tijdverdrijf was Pitfall en Wonderboy.
Maar ik ben er van overtuigd dat kinderen videogames moéten spelen; dat mensen die opgegroeid zijn met videogames een fundamenteel andere visie op het leven hebben - en op dit moment al onze maatschappij aan het veranderen zijn.

Als je veel videogames speelt, leer je een aantal zaken - die een extreem groot nut hebben in de snel veranderende wereld waar we nu in leven.

Ik zie de eerste gamers al opduiken in het bedrijfsleven, en merk dat ze op een andere manier met dat bedrijfsleven omgaan.

Dit zijn een aantal eigenschappen die computergamers geleerd hebben:

Leren door uit te proberen: er is geen handleiding
Hét verschil tussen de boekengeneratie en de computergeneratie. Als ik kijk naar mijn ouders, en hoe die omgaan met computers, dan zie ik dat ze vooral denken in 'scripts'. Als ik probeer uit te leggen hoe je bijvoorbeeld een bestand in een tekstverwerker opslaat, of hoe je een attachment in een e-mail bewaart, dan staan ze klaar met pen en papier: om alle stappen één voor één op te schrijven. Maar ikzelf weet dat dit niet de goede manier is, en werk ook anders: ik kijk wat er op het scherm staat, leid daar dingen uit af, en baseer mijn volgende actie daarop - niet op een vooraf bepaald en uit het hoofd geleerd script.

Dat is gekweekt door videogames. Heb je ooit al zo'n computerspel gezien met een handleiding? Die tot het einde uitlegt hoe je het spel uitspeelt? Nee, je moet al doende leren: ontdekken wat werkt en wat niet, en daar lessen uit trekken.

En da's exact hoe onze moderne wereld werkt. De scripts uit de vorige eeuw, de eeuw van de massa, werken nu niet meer. Er is geen overkoepelende organisatie die de antwoorden heeft op vlak van politiek, religie, zakendoen, onderwijs. De jobs die binnen 10 jaar bon ton zullen zijn op de arbeidsmarkt, bestaan nu nog niet - we kunnen onze kinderen dus ook géén gescripte opleiding daarvoor geven. (Ikzelf genereer momenteel 1,5 mio euro omzet in een sector die nog niet bestond tijdens mijn schooljaren…)

Patroonherkenning: vind het meta-game
We hebben dus mensen nodig die zelf de patronen herkennen om de scripts van morgen te ontdekken.

Dat zijn de gamers. Meer nog: eens je de regels van je nieuwe omgeving doorhebt, kan je als gamer op zoek gaan naar de meta-regels: de manier om de wetmatigheden van het speel-universum op een hoger vlak te gaan verslaan.

Het is een bekend begrip in de gamewereld: min-maxing. Eens je het spel uitgespeeld hebt, begin je opnieuw met de bedoeling om zo snel en efficiënt mogelijk resultaat te halen.

Falen is niet erg: je krijgt altijd een 'extra leven'
Het is ook niet erg om in een videogame te falen; er zijn altijd 'extra levens' (1UP) te vinden en te verdienen. Je mag dus gerust gekke dingen uitproberen in een computerspelletje, niemand zal dat erg vinden en je daarvoor afstraffen. Zo'n onverwachte dingen uitproberen is dan ook dé manier om het bovenvermelde meta-game bloot te leggen.

Er is veel te doen rond innovatie en ondernemerschap, en hoe dat te weinig aangemoedigd wordt in ons land. Wel, I call bullshit. We worden nergens zoveel aangemoedigd en ondersteund om te ondernemen als in België - soms denk ik dat er gewoon te veel instellingen zijn die startende ondernemers helpen.De échte rem op ondernemerschap zit in onze gemeenschappelijke hoofden: een ondernemer krijgt hier maar 'één leven'. One strike you're out. Het is niet toegelaten om te falen - eens je failliet bent in het bedrijfs- of politieke leven, is het game over. Dat is de belangrijkste drempel die we hier moeten overwinnen: de angst om te falen.

En dat is precies wat je leert in videogames: het is ok om in de fout te gaan.

Er is altijd een oplossing
In een computerspel is er altijd een uitweg. Je ziet het niet altijd onmiddellijk, maar door genoeg te proberen kom je er wel. Elk spel is gemaakt om een oplossing, een end game te hebben. Je mag dus verderspelen in de rotsvaste overtuiging dat er een manier is om naar het volgende level te geraken.

En zo zitten gamers op de werkvloer ook in elkaar. Waar vorige generaties misschien wat te defaïtistisch berusten in een status quo ('zo zit de wereld in elkaar, we passen ons wel aan'), zullen gamers niet opgeven vooraleer ze de wereld aan zichzelf hebben aangepast. Elk probleem heeft een oplossing, je hebt alleen nog niet de juiste toetsencombinatie gevonden.

Samenwerken op afstand
De modernere games maakten inventief gebruik van een netwerk. Eerst fysiek, in lanparties - in de jaren negentig. Daarna via het internet.

Games als Quake, Doom, Carmageddon; en daarna Asheron's Call, Everquest en World of Warcraft waren niet meer voor de asociale einzelgänger. Ze vereisten teamwork, duidelijke afspraken, goeie communicatie, taakverdelingen en leiderschap.

Gamers leerden al snel om on the fly in een groep te vallen, een rol op te nemen, en samen een bepaald doel ('capture the flag', iemand?) te bereiken.Opnieuw niét in een vooraf gescripte, voor altijd vastliggende hierarchie, maar wel in ad hoc samengaan van mensen. (Een beetje zoals in de filmindustrie, waar per project mensen samenwerken, om daarna weer elk hun eigen weg te gaan.)

Zo samenwerken via een netwerk en een scherm, vraagt efficiënte - maar andere - communicatie. Iedereen heeft wel zijn Leeroy Jenkins moment gekend; en daar uit geleerd.

Skills boven eigendom
In zo'n gamers society ben je niet veel met bestaande hierarchieën en bezittingen. De echte rocksterren zijn zij die iets kunnen, en dat bewezen hebben. Skills zijn belangrijk. Je ziet dit ook aan het succes van de how-to filmpjes op YouTube.

Gamers halen hun bragging rights uit complexe verwezenlijkingen; en worden daar dan ook door gedreven.

Nu, niet alles is positief aan gaming. Er zijn ook een aantal andere karakteristieken van gamers waar je rekening mee moet houden. Ze worden bijvoorbeeld gedreven door kleine overwinningen; dit betekent ook dat ze die kleine overwinningen, dat levellen, nodig hebben om gemotiveerd te blijven. Het is moeilijker voor hen om achter één groot, lange-termijn doel te gaan staan - vooral als dat vrij abstract is.Gamers zijn ook vrij solipsistisch. Alles bekijken ze voornamelijk vanuit hun eigen standpunt. En da's ook logisch: zo zijn ze opgevoed door de games. De speler is het centrum van het spel; hij is de held van het verhaal - die iedere keer de wereld redt.

Per saldo denk ik wel dat de dingen die je in videogames leert je een voorsprong geven.

Ben jij zelf een gamer? Herken je deze zaken?

Een nieuwe vorm van boeken?

  • Geschreven door Bart De Waele op dinsdag 13 april 2010 in de categorie archief met de tags , .

Elke nieuwe technologie begint met het kopiëren van bestaande technologie als startpunt - om dan zijn eigen vorm te ontdekken.

De iPad (als catalysator voor alle volgende gelijkaardige tablet-toestellen) wordt binnengehaald als de "toekomst van uitgeven".

Maar je ziet nu al de eerste experimenten om met dat toestel iets anders te doen - vertrekkend van bv. het bestaande concept van een boek.

Bekijk bijvoorbeeld deze Alice in Wonderland iPad app:

Bedenking 3

  • Geschreven door Bart De Waele op donderdag 8 april 2010 in de categorie archief met de tags .

De advertentie-inkomsten in print zijn er omdat de plaats in print om advertenties te plaatsen beperkt is. Op het web is in theorie (en meer en meer in de praktijk) de ruimte om advertenties te plaatsen oneindig.

Wiskundig: prijs = vraag / aanbod; waar 'aanbod' in print een bepaald getal is.Online is 'aanbod' oneindig.

Online: prijs = vraag / oneindig -> dus prijs = 0.

Dus: naarmate de advertentieruimte online naar oneindig evolueert, zal de prijs van advertenties online naar nul evalueren.

Je business model enkel baseren op advertenties, lijkt me dan ook geen goede strategie.