Meer lezen?

Beste kranten

Beste kranten,

Ik moet niet meer hebben wat jullie aanbieden.

Begrijp me niet verkeerd: ik hou van jullie. Bij een obsessief infovoor en compulsieve lezer als ik zijn kranten en tijdschriften al een gans leven onlosmakelijke metgezellen.

Voor een internetman hou ik verdomd veel van papier

Maar we zijn op een punt gekomen waarbij onze wegen zich moeten scheiden.

Het is niet dat ik niet van papier hou. Ik weet het, ik weet het, ik ben een internetman. Maar er is niets dat ik liever doe dan op een koude maar waterzonnige zondagmorgen met een lekkere espresso me gestaag door een stapel kranten te werken. Ik hou van het fysieke omdraaien van de pagina's, ik hou van de textuur van het papier, ik hou van het nadrukkelijk aanwezige gewicht van de verschillende weekendkaternen, ik hou zelfs van die specifiek geur van drukinkt. De grauwe vlekken op mijn vingertoppen en op mijn keukentafel neem ik er met plezier bij - draag ik zelfs stiekem als eretekens.

Maar jullie ritme strookt niet langer met mijn leven.

Die dagelijkse kranten tijdens de week, ik kan daar niet mee overweg. Op weekdagen sta ik met veel plezier op om voor mijn kinderen te zorgen en om te werken. Die dagen passeren in een wervelwind van activiteiten. Elke week eindigt met een stapel ongelezen, ongeopende kranten. Soms heb ik zelfs de tijd niet om ze uit mijn brievenbus te halen.

Het is pas tijdens het weekend dat ik de tijd kan nemen om het papier te hanteren.

Tijdens de week consumeer ik mijn nieuws op een andere manier, via een ander kanaal. Twitter en blogs informeren me veel sneller van belangwekkend nieuws, geven me méér verschillende standpunten en invalshoeken, filteren beter de dingen die voor mij toepasselijk zijn, en geven me vaak betere duiding.

En jawel, dat gebeurt via het kanaal waar ik mijn weekdagen doorbreng: het internet.

Jullie aanbod van 5 gewone kranten tijdens de week en één dikke krant tijdens het weekend komt me dus niet zo goed uit. Ik zou eigenlijk liever enkel een abonnement op jullie weekendkranten hebben.

Maar dat doen jullie dus niet. Of wel, maar dan toch nog snel-snel een extra vrijdagskrant erbij verpatsen (ja, ik kijk naar jou, De Standaard).

Het gaat echter niet alleen over het kanaal, het transportmiddel (papier vs. internet).

Tijdens de week verwacht ik factueel, up-to-date, snel nieuws. Just the facts, m'am. Verdieping en duiding, dat is voor tijdens het weekend, als ik daar de tijd voor neem. Die feiten verwacht ik real-time. Als er nu iets gebeurt, wil ik dat nu weten. Niet morgen.

Ik besef het, ik ben een snel en ongeduldig man. Maar mijn onvrede zit nog dieper.

Jullie zijn het aura van betrouwbaarheid en degelijkheid al een tijd geleden kwijtgespeeld. Al die humbug over fact checking en dubbele bronnen en de 'muur tussen redactie en commercie' en eindredactie? Het spijt me, ik merk daar niet veel meer van.

Uitdieping, opinies, context schetsen, of zelfs gewoon mooi geschreven stukken? Dat is er allemaal wel - maar het verdrinkt tussen de banale, on-nieuws-waardige, slecht geschreven of geredigeerde stukken.

Jullie drijfveer is al lang niet meer 'interessant nieuws brengen'. Jullie drijfveer is enkel 'het opgegeven aantal pagina's vullen'. Met beperkte en steeds minder wordende middelen, ik begrijp dat. Ik ken de economische realiteit.

Maar nu ik de sociale filter van mijn netwerk gecombineerd met de ongelimiteerde publicatietool internet heb, ben ik gewoon om enkel die stukken te lezen die voor mij interessant zijn. Ik moet niét eerst alles lezen om de waardevolle stukken te vinden: die waardevolle stukken komen zich op de golven van mijn sociale internet zelf aandienen.Bij jullie moet ik eerst (een deel van) het artikel lezen vooraleer ik merk of het interessant is voor mij. Hoe inventief jullie ook omgaan met de titels.

Er heerst bij jullie een serieuze misvatting over artikels op het internet. "Bloggers zijn de vuilnisbak van het internet."

Ik geef het toe - er is véél crap op het internet. Maar er is ook heel veel kwaliteit. Jullie misvatting is: te concurreren met die rotzooi. Jullie concurreren niét met de onderkant van het internet, maar met de bovenkant. Het is niet omdat er heel veel "mijn kat heeft gegeeuwd" blogposts zijn, dat je mag zeggen dat "kranten beter zijn". Er zit gvd héél véél kwaliteitscontent online. En dàt is jullie competitie. Online is distributie niet de flessenhals. De kwalitatieve inhoud komt vanzelf naar boven drijven, zonder de gatekeepers van een uitgeverij.Mijn beste kranten, die kwaliteit is jullie competitie. Elk stuk dat in een krant staat moet beter zijn dan het beste stuk dat online staat. Jullie hebben sowieso al een competief nadeel, door jullie verouderde en tragere drager. Je kan alleen maar hopen dit te compenseren met kwaliteit.

Om het met een metafoor te zeggen: elke dag moet de traagste gazelle opstaan in het volle besef dat hij die dag sneller moet zijn dan de snelste leeuw.

Die gazelle-kwaliteit, lieve kranten, is wat ik niet zie. Jullie eerste bezorgdheid is die krant vol te krijgen; als het kan met goede stukken. Als er geen goede stukken zijn, dan plaatsen jullie maar slechte stukken - als de krant die dag maar kan verschijnen (en voldoende 'content' heeft om de bijhorende advertenties te rechtvaardigen).Een blog werkt niet zo. Een goede blogschrijver publiceert als hij een goed stuk heeft, niet omdat er een deadline is.

Kom me nu ook niet vertellen dat jullie ook een "online krant" hebben, waar nieuws wel snel, real-time, en op het door mij gewenste kanaal verschijnt.

Jullie websites proberen wanhopig het businessmodel en de systematiek van het papier te kopiëren. 'Bereik' is al wat telt - de dictatuur van de CIM-cijfers. Jullie denken dat advertenties de enige manier zijn om geld te verdienen met jullie online aanwezigheid. (Dat is het niet. Laten we dat eens bij een kop koffie bespreken.)Maar deze gedachtengang veroorzaakt een ongezonde race to the bottom - waarbij alleen nog de vraag gesteld wordt "klikt het wel?". Ik heb zero interesse in 1000 artikelen met titels als "Britney Spears naakt!" en "Seksverslaafde verhuist omdat hij sliep met elke vrouw in de stad". "Mijn kat heeft gegeeuwd"? Nee, nee, "Zeven combi's rukken uit voor aggressieve kat".

Lieve, lieve kranten.

We moeten hier afscheid nemen. Het ligt niet aan jullie, het ligt aan mij. Of toch wel, het ligt wel aan jullie.

Ik zal jullie lidmaatschap niet meer verlengen. En vandaag schrijf ik het bedrag van een jaarabonnement over op 523-0803516-43.

Joyous

  • Geschreven door Bart De Waele op dinsdag 9 februari 2010 in de categorie archief met de tags , , .

Uit onze Fork CMS Design Commandments:

"Joyous
The CMS should be fun to use. Bright colours and fun details add to the experience. We keep in mind that this is going to be a daily working environment."

De ongelooflijke kleuren truc met kaarten

  • Geschreven door Bart De Waele op maandag 8 februari 2010 in de categorie archief met de tags .

Richard Wiseman is professor in de psychologie.

Hij schreef het boek 'Quirkology' - over vreemde psychologische verschijnselen.

In de video hieronder één van zijn experimenten.

Kan jij verklaren hoe de kleurverandering tot stand kwam bij deze kaarttruc?

(Zie ook dat andere visuele experiment.)

Beeldtaal

Nog even terugkomen op Die Antwoord.

Ik zei al dat er iets me niet lekker zat. En het heeft te maken met de beeldtaal.

De mensen van Die Antwoord komen volgens hun verhaal rechtstreeks uit de ghetto's van Zuid-Afrika ("I represent South-African culture"). Ze zijn rauw, gemeen, street, gangsta.

En tegelijkertijd zegt de beeldtaal van hun videoclips, van hun website, het omgekeerde.

De groep is zo geconstrueerd om maximaal in de smaak te vallen van een brave middenklasse.

De foto's op hun website zijn glossy en rijk. Ze contrasteren met de ongepolijstheid van de afgebeelde personen om die 'ghetto' sfeer nog beter te laten overkomen.De video van Zef Side is zelfs gefilmd in een documentaire stijl. Meer specifiek in die kenmerkende neerbuigende man-bijt-hond stijl; "kijk eens naar deze freaks - we zien ze graag hoor - in iedereen is er wel iets moois en interessants te vinden - maar het blijven wel freaks".

NINJA en Yo-Landi zijn method actors die hun rol heel goed spelen. NINJA de gevaarlijke, agressieve tijdbom van de straat - met de suggestie van allerlei misdaden en illegaliteit. (In Enter The Ninja is het alsof hij op de brits van een gevangeniscel zit.) Yo-Landi speelt de white trash breezerslet - ze straalt een soort van gemakkelijke maar gevaarlijke sexualiteit uit, het midden tussen straathoertje en incestueuze lolita. Het high-pitch helium-stemmetje draagt daar toe bij.

Alles aan hun visuele stijl is opgezet om de illusie en kick van gevaar te weerspiegelen - en tegelijkertijd de veilige afstand te bewaren.

Volgens mij met opzet zo uitgebouwd, om de platenkopende meerderheid aan te spreken.

Fake.

Maar goed gedaan.

(En ik val er zelf ook helemaal voor. Het voorbije weekend liep ik de ganse tijd 'Ayie ayie ay I am your butterfly' te neuriën. Zoals ik weet dat een Bicky Burger ongezond is, maar toch af en toe die met veel smaak kan opeten.)

Publicy

Een onderwerp dat veel opduikt als ik spreek over het internet en sociale media is 'privacy'.

Is privacy aan het verdwijnen? Moet iedereen nu echt alles zien en weten over iedereen? Als je iets online zet, moet je daar dan over nadenken?

Allereerst geef ik deze waarschuwing mee: internet is het minst vluchtige medium van alle. Wat verleden week in de krant stond, is vandaag al vergeten (vooral omdat diezelfde kranten hun archieven achter slot en grendel steken).Maar wat je 5 jaar geleden online deed, duikt nu nog steeds op in Google.

Mijn persoonlijke instelling: ik ga er van uit dat alles wat ik online zet, voor altijd en voor iedereen zichtbaar is. Ik gebruik geen filters, geen paswoorden, geen afgesloten compartimenten.Zelfs al zitten er nu paswoorden en barrières op, dat betekent niet dat dat morgen nog het geval zal zijn.Als wat ik wil zeggen online niet door mijn moeder of mijn klanten of mijn medewerkers mag gehoord worden, zeg ik het niet online.

Wat je niet op café luidop zou zeggen, zeg dat dan ook niet online.

Je bepaalt op elk moment je eigen grenzen.

Ik heb ook mijn grenzen. Alleen liggen die misschien wat verder dan bij de doorsnee mensen. (Ik deel mijn gedachten, waar ik naar luister, mijn presentaties, waar ik ben, wat ik zie, en wat ik lees.)

En ik zie meer en meer mensen (vooral jongeren) op zo'n manier omgaan met hun persoonlijke gegevens.

Verdwijnt privacy daardoor?

Nee hoor.

Maar we zitten wel middenin een transitie: van 'privacy' naar 'publicy'.

Publicy is de antipode van privacy. We leefden in een wereld waar alles by default privaat was: alles was privaat en afgesloten, en je moest moeite doen om iets publiek te krijgen. We evolueren nu naar een wereld waar alles by default publiek is: alles is per definitie open en publiek, en je moet moeite doen en expliciet aanduiden om privaat te houden.

En we zitten nog maar aan het begin van die transitie. Het zal alleen maar meer, sneller, harder gaan naarmate we evolueren van expliciete naar impliciete data, en naarmate de objecten rondom ons in het netwerk geschakeld worden, zich bewust worden van hun eigen locatie en status-updates doorgeven (lees meer over het begrip spimes).

Je kan dat niet leuk vinden, en je kan daar ethische of culturele problemen mee hebben - maar het gebeurt. Het is de realiteit van onze veranderende wereld.

Ergens is het een logische evolutie. Onze noties van privacy zijn cultureel ingebed, en gebaseerd op ons fysieke samenleven. Om met elkaar in de beperkte fysieke ruimte te kunnen samenleven, hebben we bepaalde regels ingevoerd. (Kijk eens naar het gedrag van mensen als ze met vreemden in een lift staan. Daar is de ongeschreven regel dat iedereen recht voor zich uit kijkt, en geen oogcontact maakt.)

Maar online delen we geen fysieke ruimte. Het enige wat we delen met elkaar is tijd en aandacht.

De oude conventies rond privacy gelden er niet. (En die conventies zijn er zowel positief als negatief - waarbij +/- geen waardeoordeel is. In de fysieke ruimte hoef je niet te zeggen of je M/V bent, da's zichtbaar; terwijl het online wel moet geëxpliciteerd worden. In de fysieke ruimte moet je langs de andere kant wel rekening houden met andermans 'personal space', terwijl op het internet je iemand makkelijk kan negeren - blocken, defrienden, unfollowen.)

(Lees zeker ook de mening van Stowe Boyd over publicy.)

En naarmate het internet ingebed raakt in ons dagelijkse leven, zullen de algemene conventies verder verschuiven.

Dus hoe hard je ook wilt dat het oude begrip van privacy blijft bestaan, het zal niet zo zijn.

En dan kan je beter maar je bewust zijn van dit feit, en er op een goede manier mee omgaan. Laat publicy niet jou controleren, maar controleer zelf die publicy. En daarvoor moet je de controlemechanismes binnenste buiten keren, net zoals de privacy binnenste buiten gekeerd wordt.

De juiste reflex is dus niet 'ik ga minder online zetten'. Integendeel: je moet méér online zetten, zodat jouw online identiteit door jou beheerd wordt, en niet door anderen.

Beheers de eerste pagina's van Google.

(Disclaimer: bovenstaande is niets meer dan een persoonlijke mening. Zeker niet een wetenschappelijk gestaafde stelling.)

Sci-Fi striptease

De combinatie van geeks en strippers: verbazingwekkend dat niemand die tot nu toe nog bedacht had.

Immers: nerds zijn hot.

Hazel Honeysuckle stelde een 'Burlesque' (een mooier woord voor een striptease show) samen, waarbij strippers langzaam hun kostuumpjes van vrouwelijke comic en sci-fi figuren uittrekken.

Het resultaat is een beetje donker, maar dat past wel wat bij het groezelige onderwerp:


Die Antwoord

Per toeval op deze "rap-rave next level shit" rapgroep gestoten: Die Antwoord.

Het is een Zuidafrikaanse groep.

Een beetje Eminem-in-Zuid-Afrika, een beetje 2Unlimited maar dan trashier, een beetje Aqua/I'm a Barbie Girl maar dan gangsta.

Ik ben er nog niet uit.

Is het een hoax? Een aantal zaken doen mijn fake-radar afgaan.

Maar tegelijkertijd hebben ze zo'n frisse, energetisch geluid; ik ga er radicaal voor de bijl voor. (Luister naar het tweede nummer op het album $0$, Wat Kyk Jy.)

Twee video's op de tjoetjoeb:



Goede reclame start met een creatief idee

Het concept! Creativiteit! Een Goed Idee!

Dit was een reclamespot voor BMW uit 2009:

South Carolina Federal had deze reclamespot:

En toen vond ik deze voor het Californische Auto Square uit 2007:

"Reclamemakers zijn de kunstenaars van deze tijd", zei iemand. Maar iemand anders beweerde ook "Good artists copy, great artists steal".