Meer lezen?

Automatische loonindexatie is pervers

Ik weet dat er al heel veel gekissebist is over de automatische loonindexatie in België.

In mijn ogen is die automatische indexatie pervers. Volg even mijn redenering.

Voor een bedrijf in de dienstensector maakt de loonmassa het grootste deel van de kost uit. Bij ons gaat 70% van onze omzet weer buiten aan loon (minder dan de helft daarvan komt uiteindelijk bij de medewerkers terecht, maar allé soit). 
Als een automatische loonindexering een verplichte stijging oplegt van 3,65%, dan stijgen de kosten met 2,55% (70% van 3,65). Dat betekent dat de marge (winst of verlies) daalt met 2,55%.

Als je in een competitieve sector zit (zoals web), dan werk je met lage marges. Schattingen leggen de gemiddelde marge in onze sector op 8,5%. Zuiver door de loonindexering daalt die marge dus van de ene dag op de andere van 8,5 naar 5,95% - een daling van 30%.

Na 3 jaren van dergelijke indexatie wordt dus de volledige marge van een gemiddeld bedrijf in onze sector tot quasi nul herleid; zonder rekening te houden met andere loonsopslagen of ander kostenstijgingen. (Ter referentie: in januari 2011 was de indexering in ons PC218 2,5%, men verwacht dat die in januari 2012 3,65% zal zijn.)

Eén van de belangrijkste drijfveren binnen een bedrijf, en van een ondernemer, is 'going concern' - een bedrijf opbouwen en onderhouden dat duurzaam is en blijft bestaan. Een bedrijf zonder marge of winst kan niet investeren in de toekomst en blijft dus niet bestaan.

Geen enkel bedrijf kan daarom die indexering zomaar laten gebeuren - er moet actie ondernomen worden om die te compenseren. Dat kan m.i. op twee manieren. De eerste manier is om de verkoopprijzen te verhogen.

Maar onthou: we zitten in een competitieve sector. Zomaar de prijzen verhogen is onmogelijk; niet alleen zijn er bepaalde afspraken met klanten, daarnaast is een groot deel van de concurrentie free-lance/zelfstandig, en heeft die geen opgelegde loonsverhogingen.
In hetzelfde ritme de verkoopsprijzen verhogen is bijna onmogelijk. (Ik durf dan nog niet eens denken aan bedrijven/sectoren wiens concurrentie in het buitenland - zonder indexatie - zit.)

De enige andere manier om loonindexering te compenseren is de productiviteit verhogen: met dezelfde mensen binnen dezelfde tijd meer produceren.
Dus, om enkel de status quo te behouden, zorgt een loonindexering van 3,65% ervoor dat iedereen in het bedrijf 2,55% harder moet werken.

Dat is net het perverse effect. Loonindexering komt er niet 'zomaar'. Het zorgt voor een verhoging van de werkdruk. Ik hoop dat vakbonden, die zo hard vasthouden aan die automatische indexatie, dit zeer goed beseffen.

(Begrijp me niet verkeerd: ik ben niet tegen loonsverhoging. Mensen die goed werk leveren, moeten daarvoor beloond worden. (En ik word razend van het feit dat diezelfde overheid me tegelijkertijd oplegt dat de loonsverhogingen in 2011 0% mogen zijn en in 2012 0,3%.) Loonsverhogingen zijn het gevolg van betere prestaties van het bedrijf, en worden toegekend aan diegenen die boven verwachting daartoe bijdragen. 
In mijn wereld werk je hard en resultaatsgericht, en word je daarvoor daarna beloond. Niet: je krijgt eerst een beloning, en daarna moet je daarvoor harder werken.)

Beste politici

Beste politici,

Mijn dochter Merel werd onlangs 1 jaar.

Eergisteren zette zij haar eerste stapjes:

Zij heeft zolang ze leeft nog geen regering gekend.

Als zij in die tijd kan leren lopen, dan kunnen jullie toch een regering vormen?

Toch?

Here's to the crazy ones

  • Geschreven door Bart De Waele op donderdag 25 augustus 2011 in de categorie mening met de tags , , .

"Here's to the crazy ones. The misfits. The rebels. The troublemakers. The round pegs in the square holes. The ones who see things differently. They're not fond of rules, and they have no respect for the status quo. You can quote them, disagree with them, glorify and vilify them. About the only thing you can't do is ignore them because they change things. They push the human race forward. And while some may see them as crazy, we see genius. Because the people who are crazy enough to think they can change the world, are the ones who do."

Google Plus

Google PlusGoogle+ van Google.

Een nieuw sociaal netwerk in het spel - of niet zo nieuw meer, als je bij die grote groep van early adoptors bent die al volop van hun Google+ profiel aan het gebruik maken zijn.

Google+ werd een maandje geleden geïntroduceerd, en heeft al meer dan 20 miljoen unieke bezoekers.

Iedereen vraagt zich af: wat is Google+ nu? Een concurrent voor Facebook, een concurrent voor Twitter? Of iets helemaal anders?

Alledrie.

Sociaal netwerk

Het is in eerste instantie overduidelijk een sociaal netwerk in het rijtje van MySpace, Netlog, Hyves en Facebook. Je hebt er een persoonlijk profiel, je kan vriendjes worden, je kan updates plaatsen... Het is voor mij heel expliciet bedoeld als concurrent voor Facebook.

Daarnaast heeft het ook een heel duidelijk verschil met Facebook - namelijk de gelijkenis met Twitter. Facebook is gesloten en symmetrisch: de updates die je er plaatst zijn standaard bedoeld voor je (beperkte) groep van vrienden (i.e. gesloten); daarnaast moet iemand die je wil volgen ook zijn akkoord geven en jouw vriend worden (symmetrisch). Twitter is het omgekeerde: open by default (standaard zijn al je Twitterberichten zichtbaar voor iedereen, ook voor jouw niet-vrienden), en asymmetrisch (als jij mij wil volgen, hoef ik niet mijn akkoord te geven en hoef ik jou niet terug te volgen).

Google+ bouwt die open en asymmetrische infrastructuur standaard in. Ook hier staan je updates per definitie publiek; en je kan anderen in jouw Circles stoppen zonder dat zij hun toestemming moeten geven of jou moeten terugvolgen.

Hiermee neemt Google+ een duidelijke voorsprong op Facebook. Het 'closed by default' aspect is iets wat Facebook m.i. tegenhoudt om nog verder te groeien (of toch minstens te monetariseren). Ze proberen er ook wanhopig van af te geraken - en alle privacy wijzigingen waar er zoveel commotie over is zijn dan ook in dat opzicht te kaderen. Het is een typisch geval van de wet van de remmende voorsprong.

In die zin is Google+ ook wel een beetje een aanval op Twitter (door het implementeren van dat asymmetrische systeem). Maar het is in essentie een sociaal netwerk Facebook-style.

Circles

De meest besproken feature van Google+ is de Circles: een manier om zeer gebruiksvriendelijk en met aandacht voor verschillende groepeerwijzen je netwerk onder te verdelen.

Deze Circles zijn op het eerste zicht de 'killer feature'. Het is een feature die zeer conversatie-waardig is: de eerste keer je het ziet en gebruikt denk je wow. Het is iets wat je graag als ontdekking doorvertelt aan je netwerk ("die Circles zijn echt wel handig en gebruiksvriendelijk!"). Chapeau voor de UX-designer hiervan: het zit niet alleen goed, maar ook plezant in elkaar.

Die Circles zijn dan ook hetgeen wat Google+ volgens mij zeer snel zal verspreiden, en snel voor een zeer grote kritische massa aan nieuwe gebruikers zal zorgen. Het ziet er goed uit, heeft een hoge wow-factor. Als je het aanraadt aan andere mensen, en die gebruiken het, zijn die onder de indruk en zeggen dat je gelijk had het hen aan te raden. Het heeft dus een grote 'social object' waarde (helpt je scoren in de ogen van je peers). Da's hét geheime ingrediënt voor viraal succes.

Bovendien lijkt het een zeer accuut probleem op te lossen, namelijk het gevoel dat je hebt dat je meer granulariteit wil in het onderverdelen van je netwerk en de manier waarop je content deelt. De Circles zijn op het eerste zicht een zeer intuïtieve en elegante manier om dat probleem op te lossen. Dit zal bijdragen aan het virale succes van Google+.

(De realiteit is dat deze Circles het probleem niet fundamenteel oplossen. Het is alleszins een verbetering, zowel in user interface als in concept, ten opzichte van de lineaire groepen van Facebook. Maar de groepen of cirkels uit ons echte sociale leven zijn veel meer flou en fluïde dan wat de Google+ Circles aankunnen. Zolang er geen mechanisme is om ons netwerk op een impliciete manier in te delen, zijn we er nog niet. Voer voor een andere blogpost...)

SEO

Een andere reden waarom ik denk dat Google+ snel tractie zal krijgen: het is van Google.

De lokroep van de SEO (zoekmachine optimalisatie, of hoog scoren in de zoekmachine Google) zal zeer groot zijn.

Bij Facebook is de meeste content gesloten, en duikt niet op in zoekmachines - waardoor inhoud op Facebook enkel helpt bij scoren in Facebook. Omdat Google+ open is, én gemaakt door Google, zal de verwachting vrij automatisch zijn dat content op Google+ (vooral links) zal bijdragen aan je ranking in de zoekmachine Google. Een grote groep mensen zal dan ook zijn content-inspanningen van Facebook verplaatsen naar Google+, in de hoop beter te scoren in Google.

En uiteindelijk volgt de aandacht (en het publiek) de content...

Applicaties

Maar om een echte concurrent van Facebook te kunnen zijn, ontbreekt er nog veel te veel in Google+. Het is een zeer deftige eerste aanzet, met een aantal killer features. Maar Facebook is ondertussen veel matuurder, en heeft een pleiade aan mogelijkheden en toepassingen die Google+ niet heeft.

Zolang die er niet zijn, zullen er voldoende redenen zijn voor de grote massa om niet over te schakelen naar Google+.

En dan heb ik het niet alleen over de functionaliteiten van Facebook zelf. Je kan lacherig doen over de Farmvilles en Branchouts van deze wereld; maar het zijn wel die veelheid aan applicaties waaraan veel mensen veel tijd spenderen in Facebook.

Die mogelijkheid moet ook in Google+ komen. Het slimste wat Google dus kan doen, is zo snel mogelijk een framework introduceren waarmee derde partijen applicaties bovenop (en vooral ìn) Google+ kunnen ontwikkelen. Tenzij Google zelf aan een razend tempo massaal applicaties uitwerkt, is zo'n framework m.i. de enige manier om snel vooruit te gaan.

Iets meer

Ondertussen heeft Google+ ook de kiemen in zich om iets meer te worden dan YASN (Yet Another Social Network). Google zit in een unieke positie: het heeft een aantal sleutel elementen al succesvol in handen (een e-mail systeem, een zoekmachine, een applicatie suite, een videosite, een blogdienst...), én voldoende reden om te streven naar openheid en universele verspreiding (hun belangrijkste cash-cow, de advertenties, hebben belang bij openheid).

Als ze op korte-termijn succes mikken, maken ze inderdaad van Google+ een Facebook-concurrent - een gesloten, op zichzelf staand netwerk.

Als Google echter iets groter denkt en wat meer risico durft nemen, maken ze van Google+ iets anders: de social backbone. Een platform waarop het gedistribueerde sociale netwerk kan gebouwd worden, en waarop iedereen zijn eigen sociaal netwerk kan opzetten. Google+ zou daarmee een ander probleem kunnen oplossen: de social network fatigue. We zijn het beu om iedere keer op het nieuwe netwerk du jour altijd weer al onze vrienden toe te voegen en te categoriseren. Google+ zou het platform kunnen worden dat je social graph draagbaar maakt.

Maar om dat te worden, moet Google weer een stuk van het gewonnen terrein op Facebook teruggeven; en toelaten dat anderen dat terrein inpakken. Het achterliggende idee: het is niet 1 concurrerend groot sociaal netwerk dat Facebook kan verslaan (Google+ als sociaal netwerk), maar wel duizenden, honderdduizenden, miljoenen kleine sociale netwerkjes. Die vele netwerkjes kunnen pas ontstaan als er een achterliggende infrastructuur is die je social graph makkelijk laat transporteren van het ene naar het andere. Dan beschouw je Google+ niet als een op zich staand netwerk, maar als een platform.

Zou Google klaar zijn voor deze big bet?

Thuiswerken

Thuiswerken is schitterend, en vaak een oplossing voor veel problemen.

Alleen is het niet geschikt voor mijn bedrijf.

Mijn redenering heeft zowel een negatieve (negatieve gevolgen die thuiswerken zou hebben) als een positieve (positieve gevolgen waarvan ik overtuigd ben dat thuiswerken die toevoegt aan het bedrijf) fundering.

Bedrijfscultuur

Netlash-bSeen is een jong (nu in het zesde levensjaar) en sterk groeiend (gemiddeld 50% groei per jaar) bedrijf.

Tegelijkertijd willen we een heel sterk waardengedreven bedrijf zijn.

Dat betekent dat bedrijfscultuur voor ons heel belangrijk is. (Over bedrijfscultuur volgt wel een aparte, meer uitgebreide blogpost.) Voor mij is bedrijfscultuur het geheel aan geschiedenis, waarden, impliciete en expliciete regels, regeltjes en gewoontes die in een bedrijf gegroeid zijn door de jaren heen. Ik ben er van overtuigd dat een goeie bedrijfscultuur het verschil maakt: de reden waarom mensen bij een bedrijf willen werken en willen blijven werken, de reden waarom een bedrijf goed werk levert en zijn klanten tevreden maakt, de reden waarom een bedrijf à la limite goede resultaten neerzet.

Zo'n cultuur is vaak non-tangible. Zoals ik hierboven schreef bestaat het voor een groot deel uit ongeschreven, impliciete gewoontes. (Ik heb het al vroeger over die ongeschreven regels gehad.)

Deze gewoontes en ongeschreven regels worden zeer organisch doorgegeven onder elkaar - vooral door ze te doen en zien doen. Het lijkt soms wel een vorm van osmose.

Het doorgeven van die bedrijfscultuur is specifiek in ons soort bedrijf zeer belangrijk. Ik zei het al, we groeien zeer snel. Gemiddeld om de 2 maanden komt er een nieuwe collega bij. Ze krijgen wel een hele stapel handleidingen (onder de vorm van wiki's, we zijn tenslotte een digitaal bureau) - maar het grootste deel van die bedrijfscultuur (het onuitgesprokene deel) moeten ze van hun collega's oppikken.

Volg dan even mijn redenering: als bedrijfscultuur cruciaal is, en als er regelmatig nieuwe mensen bijkomen, en als bedrijfscultuur voor het grootste deel doorgegeven wordt door fysiek samen te werken... dan is fysiek samenwerken in deze omgeving cruciaal.

Voor bedrijven die al heel lang bestaan en waar die bedrijfscultuur veel explicieter en stabieler is, én waar het percentage nieuwkomers lager ligt - daarvoor zal het fysiek samenwerken om bedrijfscultuur over te dragen misschien minder dwingend zijn.

Maar niet voor een jong en sterk groeiend bedrijf, dus.

Geïntegreerd

Een ander aspect van ons bedrijf: we werken geïntegreerd. Het uitbouwen van een online aanwezigheid en het bouwen van een website wordt gedaan door verschillende expertises samen te brengen.

Kijk maar eens naar het webdesign proces: daarin brengen we informatie-architect, designer, front-ender, developer en project manager samen. Die verschillende expertises zijn noodzakelijk om een project tot een kwaliteitsvol einde te brengen. Naast de afzonderlijke kwaliteiten (waar ik van uit ga), is onderlinge communicatie de belangrijkste factor die het succes bepaalt.

Ja, ik weet dat er dingen als IRC, chat, Skype, Twitter en e-mail bestaan. Maar tot nader order is de meest efficiënte communicatie diegene waarbij je als team samen rond dezelfde tafel zit. Geen enkel elektronisch communicatiemiddel heeft dezelfde informatiedichtheid en emotionele bandbreedte als een face-to-face gesprek.

Bedrijven waar het resultaat voor het grootste deel steunt op individueel werk (denk: consultancy) kunnen een portie thuiswerk best verdragen. Als de helft van het werk uit samenwerken bestaat, dan is er geen grotere efficiëntie dan fysiek samen te werken.

Samenwerken

Ik denk dat er nog andere redenen zijn om het fysiek samenkomen op kantoor om te werken aan te moedigen.

Ik ben er van overtuigd dat we dat als mens nodig hebben. We hebben een plaats nodig waar we weg zijn van thuis, een plaats die fysiek verwijderd is van onze normale slaap-, eet- en leefpatronen, om ons werk te doen.

Eén van de belangrijkste beslissingen die ik bedrijfsmatig ooit genomen heb, en die m.i. het meeste invloed op de groei gehad heeft, was de beslissing om weg te gaan van mijn zolderkamer en een apart bureau te nemen.
Het zorgde voor een groter serieux van het bedrijf naar de buitenwereld; de reistijd van en naar het kantoor (hoe kort ook) zorgde voor een mentale switch in mijn hoofd die me vooruit hielp.
Maar vooral: het feit dat we een gezamenlijke plaats hadden (die niet de thuis van één van ons is) waar we samen elke dag naar toe trokken, creëerde een gemeenschappelijk 'doel' in ons hoofd.

Ik geloof dat het essentiëel is dat bedrijven zo'n plaats hebben: een veruitwendiging van het gemeenschappelijke doel dat een bedrijf is.

Uiteraard is het kantoor van tegenwoordig (als fysieke plaats) niet meer hetzelfde als het kantoor van vroeger. Het zal aan andere behoeften moeten voldoen, en dus anders moeten ingericht worden.
Als de belangrijkste functie van zo'n kantoor is dat je er moet 'samen werken', dan zullen communicatieplaatsen, overleghoekjes en gemeenschappelijke ruimtes het belangrijkste deel daarvan moeten uitmaken.
Daarnaast moet zo'n ruimte vooral inspirerend werken. Als je er 8 uur per dag doorbrengt - één derde van je leven - dan mag het gerust aangenaam, inspirerend en gezellig zijn.

Thuiswerken

Het is volgens mij ook een grote illusie dat je thuis 'productiever' kan werken. Dat kan misschien aan het begin van je carrière zo zijn - als je nog geen gezin hebt.
Van zodra vrouw en kinderen een plaats krijgen in je huis, is het zeer zwaar om je 'werkterritorium' te verdedigen. Het zal je evenveel energie kosten als jezelf verdedigen tegen de negatieve effecten van samen te werken op kantoor.

Daarnaast: een mens is een gewoontedier. Patronen raken zeer snel uitgesleten in ons brein. 
De plaats waar je na het werk ontspant, spelletjes speelt, en recreatief op sociale netwerken zit: dat is thuis. Als ons lichaam zich op die plaats bevindt, zal het bijna automatisch in "ontspan" modus gaan - en zal het over tijd lastiger en lastiger worden om naar "werk" modus te gaan.

De theorie van de Third Place is een zeer valide theorie. Maar ze impliceert ook dat er nood is aan een Second Place, het kantoor.

Drogreden

Thuiswerken wordt vaak naar voren geschoven als een middel om een aantal bestaande problemen op te lossen. Eén van die problemen is: mobiliteit.

Het klopt dat mobiliteit één van de grote problemen is die we als maatschappij moeten oplossen. 
Iemand die elke dag 3 tot 4 uur van zijn leven moet opgeven, enkel om op zijn werk te geraken: dat is een gruwelijke verspilling van menselijke energie. Het is bovendien ook gewoon bad for business: niemand houdt zo'n aanslag op zijn privé-tijd langer dan drie jaar vol. 
En dan heb ik het nog niet eens over de milieu- en energie issues die zo'n pendel-tactiek met zich meebrengt.

Maar het antwoord daarop is niet: thuiswerken. Dat is in mijn ogen slechts een verleggen van het ene probleem naar het andere.

Het juiste antwoord is m.i. 'lokaal werken'. Er moet volop stimulans gegeven worden om niet alle arbeid in een beperkt aantal grote steden te concentreren, maar te verspreiden over het ganse land.
Zorg voor goede bedrijfsinfrastructuur, verspreid over grote en kleine steden en gemeentes. Geef bonussen aan werknemers die verhuizen om dichter bij hun werk te wonen. Haal alle fiscale voordelen weg die te maken hebben met lange woon-werk afstanden, en beloon werknemers die een korte pendelafstand hebben. (Als je op dit moment een kilometervergoeding hebt, word je beloond als je ver van je werk af woont.) Haal alle fiscale voordelen m.b.t. bedrijfswagens weg. Moedig woon-mobiliteit aan door de registratierechten en notariskosten op het kopen van een huis naar nul te brengen.

Er is in ons maatschappelijk en bedrijfssysteem een perversie geslopen: we willen mensen belonen omdat ze moeite doen een afstand te overbruggen om bij het juiste bedrijf te werken. (En dat is belangrijk - de juiste mens in de juiste job.) Maar de facto heeft het als resultaat dat we mensen belonen die lange woon-werk afstanden doen. Daar moet over nagedacht worden. Dat moet beter kunnen.

Grijze zone

Betekent dit dat thuiswerken voor mij helemaal niet kan?

Jawel hoor.

Er zijn altijd grijze zones. Er zijn momenten waarop het interessanter is om niet naar kantoor te vertrekken (bij zware verkeershinder bijvoorbeeld). Of momenten waarop het efficiënter is om eerst van thuis te werken, en dan naar een klant te vertrekken. Of momenten waarop dat ene rapport echt onherroepelijk vandaag af moet, en je daar ongestoord alleen een volledige dag aan moet kunnen doorwerken.

Maar structureel heeft thuiswerken - in de context van mijn bedrijf - te weinig concrete toegevoegde waarde, en te veel extra nadelen. Dus wordt er in mijn bedrijf niet structureel thuisgewerkt.

Mening

Deze blogpost staat niet toevallig onder de categorie Mening. Het is dan ook mijn ongefilterde mening - niet gebaseerd op wetenschappelijke bewijzen of zo.

Wat is jullie mening?


Belastingen

euroEven kijken of ik het goed begrepen heb, die voorstellen rond vermogensbelasting en meerwaardebelasting op aandelen.

Stel. Hypothetische situatie.

Ik werk keihard om een goed bedrijf op te bouwen. Dat lukt me (binnen een tiental jaar). Maar dan overlijd ik plots, en gaat alles in de erfenis naar mijn kinderen.

* inkomsten in het bedrijf zijn zowel via btw als via vennootschapsbelasting getaxeerd;
* de winst uit het bedrijf wordt belast als dividend;
* ofwel wordt de meerwaarde op de aandelen belast via de meerwaardebelasting;
* door mijn overlijden valt het vermogen in de erfenis, en moeten er erfenisrechten betaald worden;
* er van uit gaand (hypothetisch alweer) dat er nog een groot vermogen overblijft, worden mijn kinderen daarop belast via de vermogensbelasting.

Dus die éne euro die ik door hard werken in mijn bedrijf verdien, zal belast zijn met btw, vennootschapsbelasting, meerwaardebelasting, erfenisrecht en vermogensbelasting.

Of heb ik ergens iets niet goed begrepen?

Non bis in idem.