Vanmorgen zette ik zoals gewoonlijk Wolf af aan de schoolpoort.
Toen ik, zoontje aan de hand, kwam aangewandeld, kwamen andere ouders in de tegengestelde richting aangelopen. Waarschijnlijk, net als mij, hun kinderen net afgezet en waren ze terug op weg naar hun auto. Allemaal, van de eerste tot de laatste, hadden ze een belachelijk wijde glimlach op hun gezicht.
Onnozelaars, dacht ik. Hoe blij kan je zijn om 's morgens, nog voor de ochtendkoffie, gejaagd en gestressed door de files en drukte te moeten laveren?
We kwamen aan aan de schoolpoort (de Berenpoort - er staan tekeningen van beren op). Het was daar een geklawier en gekroel van ouders en rondspringend nageslacht. De meeste ouders bleven een tiental minuten tot een kwartier aan die poort staan om hun kroost na te kijken. Komaan zég, nog niet genoeg tijd verloren? Laat dat hier een beetje efficiënt verlopen hé! Kleintje afzetten, en vertrekken!
Ik gaf Wolf een dikke kus, en stuurde hem door de Berenpoort de speelplaats op.
Hij wandelde richting kleuterjuf. Zijn gezicht lichtte op toen ze hem zag - en hij gaf haar een grote knuffel. Dan zag hij een paar van zijn vriendjes, en juichend liep hij er naar toe. Ze begonnen te lopen en te huppelen en over de speelplaats te crossen.
Het was een plezier om hem vanop een afstandje te bekijken.
Ik stond zo een kwartier lang aan die Berenpoort naar hem te kijken - en dan besefte ik dat ik naar mijn werk moest vertrekken.
Ik liep terug naar mijn auto met een belachelijk wijde glimlach op mijn gezicht.
Recente reacties