Blog

Nihil sub sole novum

"The product of commercial television is the audience. Television delivers people to an advertiser. You are the product of tv."

De geschiedenis herhaalt zich eindeloos.

Ter verdediging van de RSS-reader

rss-readerDe RSS-lezer is, zeker sinds de opheffing van Google Reader, uitgebreid en publiekelijk ten grave gedragen.

Het belangrijkste argument: sociale media (en met name Twitter en Facebook) hebben de rol overgenomen van aanbrenger van nieuwe informatie.

Wel, ik ga daar niet volledig in mee.

Uiteraard zijn Twitter en Facebook goeie manieren om nieuwe informatie, 'content' en bronnen te ontdekken. Ik dompel me daar met graagte in onder, en geniet van het serendipity effect. Die sociale media zijn voor mij een rivier die langs me passeert, en waarin ik af en toe mijn hoofd stop voor verfrissing. Wat ik niet probeer: alles daarvan constant te lezen. Als je probeert een volledige rivier leeg te drinken, verdrink je.

hlnHet probleem met enkel vertrouwen op Twitter voor leesvoer, is dat die informatiestroom gebaseerd is op wat anderen, en bij uitbreiding een meerderheid, deelbaar vinden. Noteer: deelbaar. Niet 'goed'. Er is een verschil tussen wat mensen goed vinden, en wat ze delen (het verschil tussen impliciete en expliciete data).

In een digitale wereld waarbij 'content' genetisch gemanipuleerd wordt om te delen, is hetgeen daardoor gedeeld wordt een specifieke vorm van leesvoer: upbeat, licht, 'snackable', mainstream. De dictatuur van de meerderheid leidt al snel tot TOP 5's zoals die hiernaast.

En soms heb ik daar zin in. Net zoals ik soms eens zin heb om een bakje frieten uit de frituur te halen.

Maar nog vaker heb ik daar geen zin in. Dan wil ik long-form, diepgaande, inzichten brengende literatuur. En die wordt mij niét gebracht (of slechts in procentuele minderheid) door de twitterdelers.

facebook keuzeIk wil zélf kunnen bepalen welk soort leesvoer ik verteer. Ik wil dat niet laten afhangen van wat anderen (mijn sociale netwerk, of erger nog, het sociale platform zelf) vinden dat ik moet lezen.

Het is het verschil tussen de sorteermogelijkheid 'Meest recent' en 'Topverslagen' op Facebook. Er is niets wat me meer op het systeem werkt dan als Facebook weer eens stiekem die instelling verandert naar 'Topverslagen'. (De verborgen agenda van Facebook is uiteraard dat ze in hun zelf bepaalde sorteervolgorde makkelijker betalende advertenties kunnen stoppen.) Dat wil ik niet.

Dat is voor mij de functie van mijn RSS-reader. Daarin bepaal ik zélf wat ik volg, wat ik interessant vind, wat ik lees. (Ik heb in Feedly een goede vervanger voor Google Reader gevonden.)

Ja, dat vraagt meer inspanning om op te volgen, te cureren, te selecteren. Als ik een gezonde huisgemaakte maaltijd wil, moet ik ook mijn groenten kuisen en aardappelen schillen; terwijl het makkelijker is om een pizza te laten komen. Maar dat zelf gecureerde (lees)voer smaakt zoveel beter dan de snackables.

Style

  • Geschreven door Bart De Waele op maandag 30 december 2013 in de categorie mening met de tags .

To do a dull thing with style is preferable to do a dangerous thing without it.

Pleidooi voor hogere belastingen en hogere lonen

Ik zou voor België graag hogere belastingen, en hogere lonen zien.

Naar aanleiding van Ford Genk, en vermoedelijk morgen Philips Turnhout, is er veel commotie. Eén van de meest gehoorde uitroepen is dat onze loonkosten te hoog zijn in vergelijking met andere landen.

I call bullshit.

Laat ons onszelf niets wijsmaken. Hoezeer we ook werken aan zowel loonkost als aan loonlasten, we zullen nooit de goedkoopste worden. Niet in Europa, niet in de wereld.
En dat is eigenlijk best ok. Je hoeft niet noodzakelijk te concurreren op prijs. Integendeel: dat soort concurrentie is vaak een race to the bottom - altijd maar goedkoper, en daardoor een aantal andere basiswaarden kwijtspelend. 
Er zijn een hoop andere waarden waarop je kan concurreren: innovatie, kwaliteit, productiviteit, betrouwbaarheid, imago...

Als we toch niet de goedkoopste kunnen zijn, dan kunnen we ons daar maar beter bij neerleggen, spelen op de andere aspecten, en die prijs als geuzennaam aannemen.

"F*ck yeah, in België zijn de lonen en belastingen hoog! Maar we zijn wél de hardwerkendste, rendabelste, vernieuwendste en meeste kwaliteit en duurzaamheid biedende werkkracht in de wereld."

Maar dan moeten we die andere claims wel kunnen waarmaken. En naar mijn gevoel schort het daar momenteel een beetje. Als we als maatschappij eisen dat er hoge lonen en belastingen zijn, en we onszelf daarrond organiseren - dan moeten we ook accepteren dat we aan de andere dingen moeten werken.

Overheid

In eerste instantie ligt hier een zeer belangrijke taak voor de overheid.

Als eerste stap: de tering naar de nering zetten. Het is iets te makkelijk om bij een tekort onmiddellijk naar hogere lasten te grijpen - zonder enige reflectie. Zowel in een bedrijf als in een particulier huishouden getuigt het van goed beheer om zowel de inkomsten als de uitgaven onder de loep te houden. In moeilijker tijden kijk je dan hoe je meer inkomsten kan genereren (harder en meer werken?) én welke uitgaven niet echt nodig zijn en als 'overtollig vet' kunnen geschrapt worden.

Waarom zou een overheid niet aan die regels van goed beheer moeten voldoen?

Begrijp me niet verkeerd - ik ben niet tegen belastingen als inkomstenbron voor een overheid. Integendeel, ik pleit hier zelfs voor hogere belastingen en dus een hoger inkomen voor die overheid.

Alleen: laat ons investeren en niet consumeren.

Ook in mijn bedrijf ga ik er soms van uit dat er in moeilijke tijden meer moet uitgegeven worden. Never waste a good crisis. Dat is juist het moment waarop je moet investeren, om voorsprong uit te bouwen. Maar het gaat hier over investeringen - zaken die op termijn resultaten en rendementen opleveren. In crisistijd snij je in de uitgaven van inkt en papier, ga je slimmer om met verplaatsingen, kijk je waar dubbel gebruik zit. Maar je investeert extra in aankoop van energiezuinige technologie, of in betere marketing.

Dat is voor mij de voorwaarde voor belastingen: verschuiven van overheidsuitgaven van consumptie naar investering. Ik *eis* goede beheerders aan het hoofd van mijn land, die zowel de inkomsten als de uitgaven onder de loep houden. En ze krijgen van mij volmacht om meer uit te geven; ik ben ook bereid om ze daarvoor meer middelen te geven. 
Maar die uitgaven moeten investeringen zijn. Om welvaart uit te bouwen in dit land is er zoveel nodig dat niet door een privésector kan ingevuld worden. Infrastructuur voor mobiliteit, top notch onderwijs, ondersteuning van startende ondernemers, een aangename leefomgeving waar het goed is om wonen zodat mensen met plezier en gemak hun werk kunnen uitoefenen...
Elke euro die een overheid uitgeeft zou zo moeten bekeken worden: leidt dit tot een rimpeleffect van welvaartcreatie, of is dit het equivalent van de toner in onze printer?

Meer belastingen, dus, graag. Voor duurzame investeringsprojecten.

In eigen hart

Maar daarnaast moeten we ook in ons eigen hart durven kijken.

Als wij met onze klanten praten, dan is één van de dingen die we proberen duidelijk te maken de Project Management Triangle. Snel - goedkoop - goed : kies er twee uit. Het is een illusie te denken dat je alle drie tegelijkertijd kan hebben.

Ik heb het gevoel dat we als particulieren in onze maatschappij diezelfde illusie nagestreefd hebben. We willen én hoge lonen én goedkope huizen en auto's én minder werken. Ook hier geldt m.i.: pick two. We kunnen niet verwachten dat de combinatie van hoge lonen, lage productiviteit en verminderde creativiteit en ondernemerschap geen impact heeft in een kleine wereld.

Als we willen dat mondiale bedrijven zoals Ford en Philips hier in België blijven, dan moeten we ze een reden geven. Zoals ik hierboven zei, dat hoeft niet met de laagste lonen of belastingen te zijn. Maar dan moeten we gvd wel zorgen dat we op een aantal van die andere assen uitblinken: stabiliteit, kwaliteit, innovatie, productiviteit. Niemand stelt zich vragen bij Skandinavisch design, of Zwitserse uurwerken - en dat zijn toch niet onmiddellijk landen waar we aan denken bij het begrip 'lage loonkost'?

Als we eerlijk zijn: we zijn een beetje vet geworden. De babyboomers hebben na de oorlog keihard gewerkt om hun levensstandaard op te hijsen; maar de huidige generatie op de arbeidsmarkt is dat vergeten. De Belgen een volk van hardwerkende, productieve, brave, betrouwbare ondernemers en intrapreneurs met een goede talenkennis? Ja, twintig jaar geleden misschien. Ondertussen zijn er hopen nieuwe generaties Chinezen, Brazilianen en Polen opgegroeid die meer honger en goesting hebben. We zijn een beetje de Nokia van de mondiale arbeidsmarkt - terend op successen uit het verleden, en verongelijkt omdat de anderen sneller geëvolueerd zijn.

We hebben hier als maatschappij een belangrijke keuze te maken. Ofwel houden we vast aan onze verworvenheden - ons uitgebreide sociale vangnet, ons brugpensioen, onze dierbare work-life balance - en accepteren we dat we het allemaal samen met iets minder moeten doen. Ofwel gaan we voluit voor die hoge lonen - maar dan moeten we een tandje bijsteken. We moeten terug dat land worden waarbij internationale boardrooms spontaan denken aan productiviteit, of betrouwbaarheid, of kwaliteit, of innovatie.

Dat zal pijn doen, ja. We moeten harder werken. Meer verantwoordelijkheid opnemen. Net dat beetje meer doen om topkwaliteit af te leveren. Iets langer doorzetten in plaats van onmiddellijk op te geven en weg te lopen. Iets meer risico durven nemen en dingen op het spel durven zetten. Een paar keer op onze bek durven gaan, en daarna toch weer doorgaan om tot innovatie te komen.

Naast een persoonlijke verantwoordelijkheid, vraagt dit ook een globale aanpak. Er speelt namelijk iets als Tragedy of the commons: elk systeem dat het gemeenschappelijk belang nastreeft, zal ook incentives creëren om het persoonlijke belang voor te laten gaan. Onze overheid moet iedereen op zijn persoonlijke verantwoordelijkheid wijzen. (Daarom vind ik het idee van de 40-urenweek niet zo slecht: voor velen zal het de facto niet fundamenteel veranderen, maar het geeft een duidelijk signaal over intenties en verantwoordelijkheden.) Daarnaast moet die overheid ook de systemen aanpakken die het ons een beetje té gemakkelijk maken om die gemeenschappelijke verantwoordelijkheid te ontlopen ten voordele van ons persoonlijke gemak.

We hebben gekozen voor een inclusieve maatschappij, waarbij iedereen ondersteuning krijgt als het slechter gaat. We hebben een zeer breed opvangnet gespannen om zeker te zijn dat we niemand achter laten. Da's ok - we moeten dat blijven doen. Liever zo'n maatschappij dan de ieder-voor-zich omgeving van de US. Maar de kost daarvan is dat we in dat brede net ook een paar hangmatten gecreëerd hebben. Laten we investeren in systemen om de échte hulpbehoevenden te onderscheiden van de luxe-hulpbehoevenden.

Liever meer gesubsidëerde crèches dan tijdskredieten voor ouderschapsverlof. Liever meer door de overheid ingerichte opleidingen in knelpuntberoepen dan werkloosheidsuitkeringen. Liever overheidskapitaal als seed money voor het derde idee van een reeds 2x mislukte ondernemer dan een leefloon.

Dat betekent niet dat iedereen moét meegaan in dat hardere werken. Het is perfect ok om vrijwillig minder te gaan werken. Maar het moet duidelijk zijn dat dit op eigen kosten is. Op zich lijkt me dit de logica zelve: minder werken = minder inkomen. Als we blijven de gedachte kweken en voeden dat iemand die minder werkt nog steeds hetzelfde inkomen moet krijgen, dan zijn we ten dode opgeschreven.

(We moeten tegelijk ook dringend werk maken van een correcte valorisering van het vele werk dat waarde creëert in onze maatschappij, maar niet noodzakelijk expliciet verloond wordt. Het vele vrijwilligerswerk, opvoedwerk, verzorgingswerk dat in de rand van onze economie gebeurt levert absoluut ook veel waarde op - maar dat is een ander verhaal.)

Ik pleit voor hogere lonen. Maar we zullen die moeten verdienen, vrees ik.

The Starfish and The Spider

Er is nog een derde idee waarover we ons als maatschappij moeten bezinnen.

We zijn in België zeer afhankelijk geworden van grote multinationale ondernemingen. Je ziet het al aan de media-aandacht: de 10.000 bedreigde jobs rond Ford Genk krijgen massale aandacht, de 1.000 kleine KMO's die verplicht worden om elk gemiddeld 10 mensen te laten gaan duiken nergens op. De impact van die paar grote bedrijven op onze economie is enorm.

Ik raad de beleidsmakers in ons land aan om het boek The Starfish and the Spider te lezen. (Ik weet het. Politici. Een. Boek. Lezen. En hun vorige boek is waarschijnlijk nog niet volledig ingekleurd.) 
Daarin wordt duidelijk gemaakt dat in tijden van verandering een grote centrale kracht minder sterk is dan decentrale kleine cellen. Een les die je als ondernemer ook heel snel leert: het is levensgevaarlijk om een beperkt aantal zeer grote klanten te hebben. Als één van je klanten (om welke reden ook) vertrekt, dan kan dat dodelijk zijn. Beter een gezonde diversificatie in je klantenbestand.

Dat geldt ook voor de economie van een land. In het complexe ecosysteem van bedrijven, werknemers, consumenten, overheden... is iedereen samen nodig om welvaart te creëren. Maar het begin van die ketting van waardecreatie ligt bij de ondernemingen en de ondernemers. Laten we ook daar als maatschappij een duidelijke keuze in maken. We zeggen vaak dat België een KMO-land is, dat we daar sterk in zijn. Put your money where your mouth is. Investeer in nieuwe ondernemingen en in KMO's. Stop met lippendienst te bewijzen aan grote multinationals; stop met fiscale systemen uit te bouwen om dat soort bedrijven ter wille te zijn.

Ja, dit zal pijn doen. Het is inderdaad minder mediageniek om 10.000 kleine ondernemers te steunen dan om 1 grote multinational hier te laten investeren. Het zal pijn doen; misschien zullen een paar van die grote ondernemingen hier hun deuren sluiten als de fiscale EPO-stromen opdrogen. Bijt daardoor. Maak budgetten, focus en mentale bandbreedte vrij om onze lokale KMO's te doen ontstaan, groeien en gedijen. Liever 10.000 niches bezetten waarin we marktleider zijn met een lokale KMO, dan een paar grote wereldbedrijven die ons hier vanuit een wereldhoofdkwartier als een spreadsheet van cijfers zien.

Op die manier zijn we als land ook niet meer zo afhankelijk van een paar sectoren waar het goed of slecht moet gaan. Maar dan moet onze overheid ook een klimaat creëren waarbij ondernemen aantrekkelijk is. En wie weet - dan creëren we op die manier de wereldbedrijven van de toekomst. (Neem bijvoorbeeld de markt van Additive Manufacturing - waar we die voorsprong vanuit België nu al aan het creëren zijn.)

Samen

We hebben hier samen een grote verantwoordelijkheid. Vooruitgaan als maatschappij in een wereld waarbij iedereen achteruit gaat vraagt visie, inspanning en durf.

We zullen allemaal een tandje moeten bijsteken. Visie en durf van de overheid om budgetten te verschuiven van consumptie naar investeringen, en om die investeringen te doen in systemen die lokaal ondernemerschap incuberen, ondersteunen en belonen. Inspanningen van werknemers om de lat voor kwaliteit, duurzaamheid en productiviteit hoger te leggen - of om te accepteren dat tegenover verminderde inspanningen verminderde inkomsten staan. Durf en persoonlijke opoffering van ondernemers om koppig te blijven doorzetten ook als het moeilijk gaat; en de bereidheid om de resultaten daarvan ook te laten doorstromen naar de brede maatschappij (door hun ondernemingen lokaal te houden, of door te investeren in nieuwe, jonge ondernemers en ondernemingen).

Als we dat doen, dan komen er automatisch meer inkomsten - zowel in loon als in belastingen. Win-win-win, lijkt me.

 

(PS: Jawel, ik steun de actie Ik Kom Op Straat. Niet omdat ik pro of contra indexsprongen, btw-verhogingen of lastenverlagingen ben. Wel om het signaal te geven dat we moeten nadenken over manieren om het morgen anders en beter te doen.)

1000 euro

Stel.

Stel dat je bedrijf een klant heeft die 1000 euro betaalt voor je diensten.

Van die 1000 euro gaat 21% naar de overheid, via het BTW-stelsel. Dus 1000 € - 174 € = 826 €.

Van die 826 € gaat ongeveer 72% op aan loonkosten. Dat is 595 €.
Van die 595 € betaal je als werkgever een 32% als RSZ werkgeversbijdrage. Dat is 190 €.
595 € - 190 € = 405 €

Die 405 € is het brutoloon van je medewerker. 
Daarop wordt 13,07 RSZ-bijdrage afgehouden: 53 €.
Daarna wordt zo'n 30% bedrijfsvoorheffing afgehouden: 106 €.
405 € - 53 € - 106 € = 246 €

Die 246 € is dus het nettoloon van de medewerker (gestart van 595 €). Met die 246 € moet die medewerker ook nog provinciebelasting, autobelasting, BTW op producten etc. betalen.

Dus van de initiële 826 € gaat er 595 € naar loonkosten; er blijft nog 231 € over.

Laten we er van uit gaan dat er geen crisis is, dat je een normaal goeddraaiend bedrijf in de dienstensector bent, en dus 10% marge op je omzet haalt: 83 €. Dat betekent dat van de overblijvende 231 € ongeveer 148 € opgaat aan huur, verzekeringen (waar je ook taxen op betaalt), kantoormateriaal...

Je bedrijf maakt dus een winst van 83 €. Laten we er van uit gaan dat je niet in de hoogste schijf van 33% valt, maar een aanslagvoet van 25% hebt. Van die 83 € gaat er dus ongeveer 21 € vennootschapsbelasting af.

Je blijft over met een nettowinst van 62 €.

Die zit echter in je bedrijf. Als je dit als ondernemer uit je bedrijf wil halen, en daar privé van gebruik wil maken, dan kan dit via een dividend - als je daar roerende voorheffing van 21% op betaalt. Op die 62 € is dat dus 13 €; er blijft dus 49 € over om privé te gebruiken.

(Pas op: schenk dit niet weg aan je kinderen, dan betaal je schenkingsrechten. Zorg dat het niet in een erfenis valt, dan betaal je erfenisrechten. Koop er geen huis mee, dan betaal je registratierechten. Koop er ook geen producten mee, want daar betaal je 21% btw op.)

De optelsom:

1000 €    betaalt de klant
---------
148 €        Werkingskosten bedrijf (huur, verzekering...)

246 €        Nettoloon werknemer

174 €        BTW
190 €        RSZ werkgeversbijdrage
53 €          RSZ werknemersbijdrage
106 €        Werknemer bedrijfsvoorheffing
21 €        Vennootschapsbelasting
13 €         Roerende voorheffing
--------
49 €         Netto overschot

Van de 1000 € waarmee we startten, gaat er dus 557 € ( = 55,7 %) naar de overheid. 246 € ( = 24,6 %) gaat als nettoloon naar de medewerkers. 49 € ( = 4,9 %) gaat, als alles goed verloopt, naar de ondernemer.

Misschien toch wel eens tijd om een aantal andere offertes op te vragen.

Zijn Facebook beleggers bedrogen?

Facebook aandeelIn mijn familie hadden we een groottante die actief met beleggingen bezig was. Veel van de familiefeesten uit mijn jeugd werden in mijn herinnering gedomineerd door "den dollar staat weer laag" en "wat gaat het goud doen?". Als tienjarige is dat behoorlijk saai, maar als veertigjarige denk je daar af en toe met weemoed aan terug.

Eén van de beste adviezen van zo'n pur sang aandelenbelegger die ik onthouden heb: "Doe je huiswerk, kies een goed bedrijf dat je begrijpt en waarin je gelooft, en stop dan de aandelen 10 jaar in een schuif zonder er naar te kijken."

Een boutade uiteraard, maar het helpt me onthouden dat bij aandelen soms de lange termijn belangrijker is dan de korte termijn.

Er is de voorbije weken veel geschreven over de beursgang van Facebook, en hoe die IPO mislukt is. Het aandeel werd op 18 mei geïntroduceerd aan 38 USD, en noteert bijna een maand later aan 27 USD. Een fikse daling dus.

Zijn beleggers in Facebook bedrogen? Wat is de echte waarde van zo'n Facebook aandeel?

Daarvoor kijken we vaak naar de koers-winst verhouding (k/w): wat is de koers ten opzichte van de winst per aandeel? Bij de beursintroductie aan 38 USD was Facebook meer dan 100 miljard waard, terwijl ze iets minder dan 1 miljard winst maakten. Een k/w van meer dan 100 dus.

Meestal ligt de koers-winst verhouding van de S&P 500 (de 500 grootste beursgenoteerde Amerikaanse bedrijven) tussen de 10 en de 20. Op dit moment (juni 2012) draait dat rond de 15. Google noteert vandaag aan een k/w van 17. Aan de huidige koers van 27 USD noteert Facebook aan een k/w van 70.

Veel te hoog geprijsd, moet dus de conclusie zijn. En dan moet de koers verder zakken, of moet de winst spectaculair stijgen.

Het eerste scenario voor Facebook: je beoordeelt het op zijn huidige businessmodel. Inkomsten komen uit advertenties die aan gebruikers getoond worden. De winst moet groeien door meer gebruikers te vinden, ofwel door per gebruiker meer aan advertenties te verdienen (ofwel beide).

Daar zie ik wel groei, maar niet noodzakelijk een verviervoudiging op korte termijn. Met bijna 1 miljard gebruikers domineren ze het online landschap; het lijkt me straf dat ze dit aantal op korte termijn bijvoorbeeld zouden kunnen verdubbelen.

Ook de winst per gebruiker kan niet oneindig stijgen. Meer en meer marketingbudget van bedrijven verschuift naar online; en het biedsysteem van Facebook zorgt ervoor dat bij grotere vraag van bedrijven er ook een groter deel van de koek naar Facebook gaat. Maar die groei is evenmin oneindig.

Als je dit zo bekijkt, dan is een spectaculaire stijging van de winst niet aan de orde, en moet dus die k/w verhuizing naar een meer realistischer 20 zakken - en dus ook de koers nog een heel eind lager.

Maar dan ga je er van uit dat Facebook hetzelfde blijft doen wat ze altijd deden - en da's nu net niet waarom ze bekend staan. Stel jezelf de vraag: wat kan je exact doen met 1 miljard actieve, bijna verslaafde gebruikers? Als Facebook er in slaagt om een bijkomend business model te vinden om geld te verdienen aan zijn gebruikers, dan kan die winst wel stijgen, en kan de huidige k/w ratio en dus de beurskoers misschien zelfs nog te laag liggen.

E-commerce is momenteel in volle groei. Stel je een kruising voor tussen Ebay en de Apple Store, met de gebruikersaantallen van Facebook. Bij online verkoop is het betaalsysteem meestal de grote moeilijkheid - de succesverhalen zijn diegene die betalen met 1 klik mogelijk maken (Amazon, Apple iTunes Store). Facebook zou zichzelf kunnen positioneren als hét platform om aan koop en verkoop te doen, en dat faciliteren met zijn eigen Facebook credits. Om dan onderweg een percent op elke transactie te incasseren.

Ze hebben de gebruikersaantallen en de online dominantie om dit op grote schaal te doen. Dan is de huidige winstverwachting misschien zelfs nog te laag.

De kopers bij introductie van het Facebook aandeel zaten volgens mij in twee categorieën: zij die op dit tweede scenario speculeren, en zij die op korte termijn een snelle winst wilden maken. De eerste categorie gelooft dat 38 USD veel te laag is, heeft gekocht bij introductie, en stopt de aandelen nu (al dan niet 10 jaar) in zijn schuif om er niet naar te kijken. De tweede categorie zag dat er geen snelle winsten te rapen vielen, en stapt nu uit.

Nog zo'n advies van mijn groottante: als er meer verkopers zijn dan kopers, dan zakt de koers…

Als je dus denkt dat Facebook blijft zoals het nu is, dan zou ik ver weg van het aandeel blijven. Als je gelooft dat er nog extra mogelijkheden zijn, dan zou ik uitkijken naar een dieptepunt en dan kopen.

Ter referentie: bij de beursintroductie van Google lag de koers-winst verhouding boven de 40, die is vandaag 17. De introductieprijs van Google was 85 USD; vandaag staat die op 565 USD. Dus zelfs met een in elkaar stuikende k/w verhouding kan je als belegger nog een mooie winst halen.

(Dit artikel verscheen in een sterk ingekorte en dus verbeterde versie in De Tijd.)

Wijsheid

  • Geschreven door Bart De Waele op zaterdag 7 april 2012 in de categorie mening met de tags .

Daily Wisdom for Troubled Times

Get up earlier.
Go to bed later.
Work harder.
Finish what you start.
Learn one new thing.
Renew one contact.
Ask, "How can I help you?" at least once.
Make yourself visible.
Be of good cheer.
Catch a break.
Or not.
Repeat tomorrow.

(Van Tom Peters.)

Facebook IPO

Stay focused and keep shippingHet was langverwacht en waarschijnlijk tegen de goesting, maar Facebook brengt dan toch 5% van zijn aandelen naar de beurs.

Voordeel voor ons: nu moeten ze ook hun cijfers publiek maken. Blijkt dat Facebook wel degelijk rendabel is, mooi rendabel: 3,71 miljard omzet, 1 miljard winst. (Ter vergelijking: Google had in 2011 iets meer dan 37 miljard omzet, en 9 miljard winst.)

Daarmee worden de vraagtekens over sociale netwerken en hun rendement met één klap van tafel geveegd. Facebook is duidelijk géén Twitter, op zoek naar een businessmodel. Een duurzaam bedrijf opbouwen in sociale media kan dus. De komende maanden zullen er dus nog veel meer start-ups opduiken met de ambitie een ‘Facebook-killer’ te worden - en er zullen evenveel investeerders bereid gevonden worden om daar geld in te pompen.

Er zit wel een gevaarlijk kantje aan de cijfers van Facebook. Eerst en vooral is er Zynga: de maker van de meeste succesvolle spelletjes op het netwerk, waaronder Farmville. Bijna 12% van Facebooks omzet (en dus bijna de helft van hun winst) komt rechtstreeks van Zynga. Dat maakt dat Facebook wel heel afhankelijk is die ene partij. Dit kan een bedreiging vormen.

De rest van de inkomsten komt uit advertenties. Ook daar een caveat. Er zit een plafond aan de opbrengsten van advertenties (waar Facebook op dit moment nog niet aan zit, voor alle duidelijkheid). Je kan maar een zekere hoeveelheid advertenties op je gebruikers afvuren, vooraleer ze beginnen weglopen van frustratie.

Het is goed dat Facebook naar de beurs gaat - dat zal hen dwingen transparanter te zijn in hun cijfers, en in hun aanpak. Bijvoorbeeld van privacy. Tegelijkertijd betekent die beursgang nu ook de dictatuur van de kwartaalcijfers. De druk om stelselmatig meer inkomsten en winst te publiceren zal hoog zijn, en dus ook de verleiding om nog meer advertenties op de walls te plaasteren.

Kan Facebook een extra inkomstenstroom creëren bij 800 miljoen gebruikers? De meeste speculatie gaat over Facebook Credits, en alles wat met e-commerce te maken heeft. Als Facebook erin slaagt om een marktplaats te creëren op zijn platform, zou het net als Apple met zijn iTunes Store een heftige commissie van 30% op elke transactie kunnen binnenrijven. Dat is dan ook exact wat je koopt met Facebook-aandelen aan de huidige hoge, bubble-waardige waardering: de hoop dat het een nog veel grotere omzet en winst kan genereren met op dit moment onbekende transacties.

Dat blijft uiteraard een loterijticket. Maar de kansen lijken wel reëel. De Facebook-gebruikers zijn zeer actief: bijna 60% logt dagelijks in. Bovendien is Facebook er in geslaagd om zich dankzij zijn Open Graph diep in te graven in de fundamenten van het internet. De websites waarop één of andere Facebook-integratie zit zijn ontelbaar. Daardoor zijn ze incontournable geworden...

Als extra uitdaging voor Facebook: personeel. Op tijd goede mensen vinden om de groei te ondersteunen zal moeite vragen. Het laatste jaar hebben ze veel overnames gedaan, enkel voor de mensen - zie bv. Gowalla. Met de beursgang worden onmiddellijk ook een 1000 van de 3000 medewerkers miljonair. Kan Facebook die mensen aan boord houden - gemotiveerd?

Het is wel goed nieuws voor de start-up scene. Veel van die nieuwe miljonairs zullen ofwel hun eigen nieuwe idee gaan opzetten, of beginnen investeren in nieuwe internetideeën. Ironisch genoeg zou de volgende Facebook-killer zo misschien wel zijn oorsprong kunnen vinden in de eigen beursgang...

(Dit opiniestuk verscheen in Datanews.)

#30j

OpinieIk ben dolgelukkig met de staking van 30 januari.

Misschien eerst kaderen. Ik ben ondernemer. Ik leid een internetbedrijf met een vijftigtal medewerkers in Gent, en ben betrokken als ondernemer bij een aantal andere internetbedrijven. Ik bouw graag dingen op. (Als kind bouwde ik al graag nieuwe dingen met Lego - misschien een overblijfsel uit die tijd.)

Nochtans geloof ik niet dat een staking nu het juiste middel is om signalen te geven. In vorige eeuwen was dat misschien de enige manier om mensen te verzamelen, en zo maatschappelijke impact af te dwingen. Maar in onze genetwerkte wereld (met o.a. meer gsm’s dan inwoners in België) zijn er betere manieren. Meneer Zuckerberg van het bedrijf Facebook noemt het ‘elegant organisation’. Op het Tahrirplein kunnen ze er vermoedelijk ook wat uitleg over geven.

Ik geloof ook niet dat polarisering helpt bij het zoeken naar oplossingen. Arbeiders tegen patrons? Werkers versus het kapitaal? Ouderen tegen jongeren? In tijden van crisis graaf je jezelf niet in een onwrikbare positie in, maar werk je samen in overleg om vooruit te gaan. Dat start met respect voor elkaar en elkaars standpunt. Stakingsrecht moet er zijn, maar mag andermans recht op werken niet belemmeren. “The right to swing my fist ends where the other man’s nose begins.”

En ik accepteer al zeker niet het populistische demoniseren van werkgevers, ondernemers en zelfstandigen. Het is niét zo dat ik alleen maar gedreven word door winstbejag, ongeacht de gevolgen. Ik geloof heel hard in waardengedreven ondernemen. Een bedrijf moet leven - net als een persoon - volgens een set van waarden, en de verantwoordelijkheid opnemen naar zowel aandeelhouders, medewerkers als de maatschappij. In balans. Weet je, ik ben er zelfs van overtuigd dat alleen bedrijven met een duidelijk moreel kompas in de toekomst zullen overleven.

Mijn levensvisie is er één van opbouwen. Ik geloof dat welvaart komt uit groei en vooruitgang. Welvaart herverdelen kan je pas doen als er welvaart opgebouwd is - de kost komt voor de baat. Ondernemers zijn trekkers van die groei en welvaartsopbouw. Zij nemen het risico (met eigen kapitaal, met eigen inspanning en tijd, en soms zelfs met eigen gezondheid en gezinsleven). Jawel, als het goed gaat krijgen zij de opbrengsten van die risico’s; maar evengoed moeten zij als het slecht gaat de grootste verliezen slikken.

Daar gaat het mij vandaag om. We kunnen als maatschappij niét meer verder op dezelfde manier als vorige eeuw. Ons systeem van brugpensioenen en tijdskrediet is onhoudbaar (door demografische veranderingen in België), onze automatische loonindexering is onhoudbaar (door economische verschuivingen in de wereld), ons overheidsapparaat is onhoudbaar. Het moet anders, en iedereen zal dingen moeten opgeven die in goede tijden verworven leken. Maar je kunt van een 6-stukken-taart geen 7 stukken uitdelen. Daartegen staken is een beetje zoals staken tegen het slechte weer.

Als er minder inkomsten zijn, dan verander je dat niet door aan de kant te gaan staan. Wel door samen, in overleg, er extra in te vliegen en harder te werken. Een land platleggen brengt geen euro extra welvaart op, integendeel.

Uiteraard moet groei op een duurzame manier uitgebouwd worden, met aandacht en mededogen voor iedereen. Voor mij is het duidelijk: in alles wat ik doe probeer ik rekening te houden met zowel de financiën, als mijn medewerkers als de maatschappij (de 3 P’s: people-planet-profit). Zoals ik hierboven al zei, bedrijven die niét holistisch de zaken bekijken, zijn voor mij ten dode opgeschreven. Ik ben bijvoorbeeld heel blij met de zwaardere belasting op bedrijfswagens - voor mij mag die nog veel verder gaan. De totale maatschappelijke kost van bedrijfswagens is m.i. veel zwaarder dan de opbrengst.

Maar alles eenzijdig afwentelen op de bedrijven getuigt van een even myopische visie. En daar lijkt de komende staking wel wat op: bedrijven pesten. Met dreigingen van blokkages, extra premies voor stakers... De schade voor bedrijven kan groot zijn, zeker in een moeilijk economisch klimaat. Een failliete onderneming kan zeker geen tewerkstelling geven.

Maar ondanks al het bovenstaande ben ik dus toch dolgelukkig met de staking van 30 januari.

Want als de ganse polemiek rond die staking één ding toont, dan is het wel dat we met z’n allen nog gepassioneerd kunnen zijn over politiek. En dat we daarover willen praten met elkaar. (Ook al is het op Twitter en Facebook in plaats van enkel op café.) Het toont me dat we geen van allen de dingen zomaar als willoze schapen op ons laten afkomen, maar bereid zijn om actie te ondernemen. (Al zijn we het niet helemaal eens over wat die actie juist moet zijn.)

En dat is waarom ik zo gelukkig ben met die staking.

Afmeten

Je weet uiteraard dat ik een voorstander ben van digitale media. En dat ik een fervent bevechter ben van push-reclame, meestal vertegenwoordigd door de traditionele media.

De waarheid is uiteraard nooit zwart-wit, en in het echt ben ik meestal genuanceerder dan hier als digitale persona.

Maar er moet me toch iets van het hart.

(Onmiddellijk er bij: het gaat me vooral om de algemene tendens, niet om de persoon in kwestie. En aangezien het in een kranten-interview staat, heb ik ook geen idee hoeveel letterlijke woorden er zijn en hoeveel parafrasering door de journalist.)

De aanleiding is dit stukje interview over sociale media versus traditionele media:

Omgaan met sociale netwerken betekent dat je je anders moet gaan organiseren en dat je met vallen en opstaan nieuwe expertise moet opbouwen. Het grote voordeel van de klassieke media is dat hun effectiviteit aangetoond is. Als je om negen uur 's avonds op VTM een spot uitzendt, weet je perfect hoeveel mensen je daarmee kan bereiken. Die bijna wiskundige modellen heb je online niet. De respons op een actie op een sociaal medium is nog al te vaak onvoorspelbaar. Het kan een onverwacht succes zijn, maar evengoed een flop.

Het is typerend voor de mistspuiterij en intellectuele oneerlijkheid waarmee met het verschil tussen online en klassieke media omgegaan wordt.

De premisse is: bij klassieke media weten we perfect hoeveel mensen we bereiken, bij online weten we niet wat de reactie is. Hier wordt echter met twee maten en gewichten gemeten.

Noteer de subtiele overgang:
- Klassieke media: de effectiviteit is aangetoond.
- Met een VTM-spot weet je perfect hoeveel mensen je bereikt.
- Online heb je geen wiskundige modellen.
- Respons op online actie is onvoorspelbaar.

Dus: effectiviteit in de klassieke media is 'bereik', terwijl online afgerekend wordt op 'respons'.

Wat een kromme redenering.

Als je écht juist redeneert zeg je:
- We kunnen door extrapolatie *inschatten* wat het *bereik* is van klassieke media.
- Maar we hebben geen flauw idee van de respons op klassieke media. 
- Online kunnen we *perfect*, tot op de laatste bezoeker en klik, meten wat het bereik is.
- We kunnen de respons evenzeer meten, maar we hebben nog geen idee hoe we die respons kunnen voorspellen.

Dus een klassieke marketeer rekent klassieke reclame af op bereik (en zwijgt zedig over respons), maar rekent online af op respons (en zwijgt zedig over de perfecte meetbaarheid).